Hoi Arkasha,
‘t Is pas tijdens het kijken naar de Olympische Spelen dat het me opvalt: ik heb, ondanks dat ik er al bijna vijf jaar woon, nog steeds niet zo veel affiniteit met Amerika. Het doet me bitter weinig wanneer ik een Amerikaan aan de startlijn zie en vergeet zelfs om voor m’n nieuwe land te supporteren. Tenzij voor toppers als Simone Biles en Coco Gauff, maar da’s eerder omwille van hun persona dan afkomst. Wanneer er echter een Belg op het scherm verschijnt, steek ik net niet de Brabaçonne af en komt er op z’n minst een “Hie sè doa sè, wie dawe hie hemme” uit. Het is verbazend hoe diepgeworteld nationaliteit plots gaat zitten wanneer je verhuist naar het buitenland.
Vorige zomer kreeg ik nochtans eindelijk een green card in de bus en zelfs mijn dochter is hier geboren, wat qua anker- en kantelpunt wel kan tellen, ik heb letterlijk een Amerikaan gebaard. Ik por haar eens met m’n vinger in de bolle buik wanneer ze haar volkslied afspelen, maar ze blijft er even onbewogen bij als ik. Volgens de legende mag je jezelf een New Yorker noemen van zodra je er tien jaar woont, en dus vraag ik het eens aan m’n lief, die hier al dertien jaar rondloopt. “Mexico first, then Belgium, then USA”, klinkt het. “But I’m very grateful for all the opportunities” zegt hij er snel bij.
Want dat is waar sommigen zo graag mee schermen, “Al die kansen, en dan toch zo ONDANKBAAR zijn!”. Maar een integratieproces duurt lang en is minder vanzelfsprekend dan gedacht. Het mijne zou nochtans gemakkelijk moeten zijn. Ik kwam hier volledig vrijwillig, ontvluchtte helemaal niets, kwam letterlijk het geluk en de liefde opzoeken, spreek de taal, mijn leven is al van kinds af aan doordrongen met Amerikaanse cultuur - ik zag al meer Engelstalige dan Nederlandstalige films, en had meteen een gezellig dak boven m’n hoofd. Dankbaar? Jazeker! Maar je geboorteland klampt zich aan je vast, zet z’n klauwen in je lijf en hart, en weigert om los te laten. Hoe lauw je er vroeger ook tegenover stond. Ik merk het ook bij de andere Vlamingen in New York. We zoeken elkaar gemakkelijk op en doen onze babbel graag in het Nederlands. Lichtjes trots dat we een taal spreken die omstaanders niet verstaan.
Het helpt natuurlijk niet dat de VS, zeker sinds Trump een megafoon in z’n pollekes kreeg, zich met de regelmaat van de klok belachelijk maakt. Normaal zou ik smakelijk meelachen, maar sinds Kamala Harris is er een nieuwe wind. Er is terug hoop. En vanwege dat kleine, bolle Amerikaantje naast mij in de zetel, wil ik meesurfen op die hoop, haar trots maken op haar afkomst. Ze zal opgroeien met drie nationaliteiten, maar voor haar eerste verjaardag, vandaag, ligt de klemtoon op haar geboorteland. We haalden Amerikaanse vlaggetjes en ballonnen in huis en zullen hot dogs, hamburgers, cola, milk shakes en home made apple pie serveren. Voor één dag negeren we de fratsen van conservatief Amerika, de triestige uitspraken van J.D. Vance en de dreiging van een dictatuur als Trump toch weer verkozen wordt. We gaan terug naar een tijd waarin Amerikaanse filmsterren dromerig waren, er nog werd gerolschaatst in diners en the American Dream geen illusie was. We will make America great again.
Of nee, wacht.
Make birthdays great again. Lang leve Már!
Happy cumpleaños meisje 😘
Mooie tekst! Ik ging er vanuit dat iedereen met hersenen wanhopig bleef in de VS omdat Kamala geen echte kans heeft, boeiend om te lezen dat het toch niet zo is. Hopelijk meer hierover in je volgende tekst!!