Rocket to Uranus
Hey Anaïs,
‘t Mocht niet zijn hé. Je zult het toch weer moeten doen met Mr. Bruinen-zonder-zon. Het idee van ‘die domme Amerikanen’ wilde ik hier eerst opwerpen, maar dat is eigenlijk te ongenuanceerd. Dus in plaats van hier lukraak te ranten over je landgenoten, vertel ik je liever een verhaal.
Toen M. en ik vorig jaar een duikcursus deden op Utila, een eilandje van Honduras, liep het er vol met koraalminnende chicks en dudes, die, wanneer je hen vroeg waar ze vandaan kwamen, niet gewoon “The US” zeiden, maar Houston, Texas of Cleveland, Ohio. Zelfs in Honduras was hun Amerikaans paspoort een evidentie, of toch voor henzelf. Trouwens even irritant als een Fransman ‘I’m from Paris’ zegt in een internationaal gezelschap of een Nederlander ‘We’re from Amsterdam’, maar dat is weer een ander verhaal.
De hele kust van het eiland stond volgebouwd met de ene na de andere duikschool. In sommigen werkten een paar Hondurezen, maar de meesten werden gerund door Amerikaanse vrijwilligers die in ruil gratis duiklessen kregen. Niet dat wijzelf veel te klagen hadden, we waren per slot van rekening de betalende klant in dit gentrificerend nieuw-koloniaal businessmodel.
We sliepen in een hostel voor maar €20 per nacht omdat we de kamer in een package deal met onze duiklessen konden boeken. En zoals het een hostel betaamt, organiseerden de vrijwilligers doorheen de week drankspelletjes en quizavonden in de strandbar. “Dit kan niet misgaan”, zeiden M. en ik toen we onze namen in de tabel voor de quizavond neerpenden. We verheugden ons op het moment dat de quizmasters onze groepsnaam Rocket to Uranus luidop te berde zouden brengen en zagen ons al alles en iedereen naar huis spelen.
Bij de rondes over Amerikaanse muziek en film lagen we goed in de running. De ronde over Honduras was ook oké en dat de rode draad doorheen de quiz ‘Frankrijk’ was, hadden we ook door. Maar dan kwam de laatste ronde, waar de meeste punten tegenover stonden. De organisatoren lieten afbeeldingen van chocoladerepen zonder verpakking zien. Wij moesten de juiste reep aan het juiste Amerikaanse merk koppelen. KitKats, Reese’s en Butterfingers kenden we nog, omdat M. als kind een jaartje in Newburgh, Indiana woonde, maar verder gingen we compleet de mist in. Aan het enthousiasme te horen, hadden een paar groepjes alle antwoorden juist. ‘Juist ja, ongezond zijn ze ook nog’, fezelden wij laatdunkend tegen elkaar, in een laatste poging ons verheven te voelen boven de andere quizzers. De puntentelling die daarop volgde was nogal, euh, ontnuchterend. Rocket to Uranus raakte niet van de grond en strandde op de allerlaatste plaats.
Dus ja, het is irritant dat Amerikanen zo vanzelfsprekend hun plek opeisen en doen alsof ze het middelpunt van de wereld zijn, maar de rest van de wereld geeft hen dan ook zo gemakkelijk alle aandacht. Er is zóveel oranje inkt gedrukt in de afgelopen weken dat je zou denken dat de kranten enkel nog op blauw en groen moeten teren voor de rest van het jaar. En onszelf zetten we intussen graag weg als underdog, maar soms zijn we ook gewoon een zelfingenomen, verwaande schijtluis die niet tegen z’n verlies kan. Haar verlies, eigenlijk.
All the best from Antwerp, Antwerp,