Hoi Kash,
Ken je de Robin Williams filmklassieker Jumanji nog? Die scène waarin een neushoorn totaal buiten adem een op hol geslagen stampede achterna sjokt? Ik wil maar zeggen, ik liep een halve marathon en het zag er ongeveer zo uit.
Ik had me nochtans goed voorbereid. Weken, nee wat zeg ik, máánden liep ik rondjes in Central Park. Ik stretchte me tot rubber, dronk sportdrankjes in de meest felle kleuren, en kocht zelfs running gear. Vandaag zouden die woeste inspanningen éindelijk beloond worden.
Opgefokt van de zenuwen en de adrenaline, staan m’n goede vriendin V. en ik opeen gepropt tussen duizenden renners, aan te schuiven voor de start. ‘Some people pee during the race’, hoor ik iemand fluisteren. ‘Or even worse, poop!’, reageert een ander. Nog een derde komt net te laat met z’n goede raad: ‘As long as you don’t...’, want plots is het aan ons.
Al een geluk duurt het niet lang of we onze eerste supporters zien staan, mijn lief en vriendin E. Met versierde bordjes en hun gsm in de aanslag komen ze ons luidkeels aanmoedigen. Elke stap wordt vastgelegd, alsof het een Eddy Merckx docu voor Sporza was. Al lijkt het gezien m’n tempo eerder op die slow-tv met Ruben Van Gucht. Anyway, traag of niet, ik voel me heroïsch en herhaal keer op keer hetzelfde mantra: ‘ik ben een gazelle, ik ben een gazelle’. Van Greenpoint tot Prospect Park, 21 km lang. Of althans, dat was het plan.
Want dan komt daar that awkward moment wanneer de 73-jarige Bill uit Boston na een korte babbel (“First time? Where are you from?”) je rustig voorbij jogt. En wanneer je tussen het hijgen door naar je runningbuddy V. hapt en gebaart ‘dat ze jou mag achterlaten’. Save yourself!
Terwijl ik door de straten van Brooklyn loop, tussen zo’n 20.000 lotgenoten, ga ik de strijd aan met mezelf. ‘Ik ben een gazelle ik ben.., nee ik ben een grap.’ Ik heb namelijk nogal de neiging om mezelf weg te lachen en niet serieus te nemen. Ik zet mijn mails het liefst van al vol met zachte smilies en speelse uitroeptekens, en begin conversaties geregeld met ‘Ik ben niet zeker maar…’. Dit besloot ik maanden geleden aan te pakken met een psycholoog, want ik wil sterker in m’n schoenen staan.
Het goede nieuws is: ik hoef dit niet alleen te doen. 7Km voor het einde zie ik E. en B. Ze geven me niet alleen een high five maar ook een duwtje in de rug. Nog 4km en ik spot m’n lief, luid over de massa heen brullend “I’m so fucking proud!”. Ik moet er bijna van huilen. Nog 2km. Honderden supporters schreeuwen “You can do it! Don’t give up!”, ik doe alsof ze daar allemaal voor mij staan. Nog 1km. Bijna. Daar is de finish. Yes, I did it, en ik gaf niet op. Uitroepteken.