Hey Anaïs,
Ik heb me bekeerd. Na jaren in een co-housing klaarwakker te hebben genoten van juicy stories van mijn huisgenotes, zat ik vorige week samen met mijn vriend bij de notaris, versuft door een teveel aan dure woorden. Ik had me altijd een beetje afgezet tegen de Belgische baksteen in de maag. Want er is nog zoveel meer in het leven dan elke maand een hypotheek af te betalen, toch? Je zou bijvoorbeeld plots naar New York kunnen verhuizen en trouwen in Las Vegas, om maar iets te zeggen.
Door het samenwonen met mijn vriendinnen, miste ik jarenlang de motivatie om me te verdiepen in registratiekosten, het grote pokerspel der biedingen en banken tegen elkaar uitspelen. En toch knaagde er iets. Want hoe zeer ik me ook probeerde af te zetten tegen het burgerlijke ideaal waar we in mijn ogen te zeer van zijn doordrongen, had ik ook nestdrang. Een plek helemaal naar mijn goesting inrichten, dat leek me wel wat. En ik besefte dat een appartement kopen weliswaar een grote stap is, maar het hoeft niet te betekenen dat mijn andere droom (verhuizen naar de zon) nooit meer kan. Misschien bezorgde dat hele afzetten tegen wat burgerlijk is, mij oogkleppen, in plaats van omgekeerd. Vorige week zat ik dus het aankoopdocument van de notaris te ontcijferen (wat is er trouwens mis met mensentaal, liefste juristen?) en zette ik mijn hanenpoten onder alle bijlages. Ik ben een ‘home owner’ geworden, maar schiet me dood als ik ooit een foto van de sleutel post.
Kort na de kribbels volgde het ontspullen in het appartement van mijn vriend. Want hij is zo iemand die elke lamp, rugzak of short uit zijn middelbareschooltijd bijhoudt. Hij doopt ze ‘reserve’ of ‘om te klussen’ en dropt ze in de kelder, waarna deze versleten rariteiten nooit of te nimmer nog het daglicht zien. Tot nu. Van vervallen bakken bier tot schildersmateriaal en een half vermolmde trap, ik heb een heel huishouden die kelder uitgesleurd. De ene helft ging naar de kringwinkel, de andere naar ’t stort en maar een heel klein procentje mocht mee de verhuiswagen in. Zo bazig ben ik wel.
De dinsdagavond na de verhuis, om te ontsnappen aan nog af te schuren vloeren en uit te pakken dozen, ging ik wielrennen met vrienden. Na onze rit op Strava te hebben gepost, hielden we tactische nabespreking (aka pintelieren) op een terras. Toegegeven, het was tof dat ik voor het eerst in mijn leven kon meepraten over bouwmaterialen, aannemers en stijgende rentevoeten - al had dalende natuurlijk nog beter geweest. Na jarenlang twijfelen en zwerven tussen verschillende plekken in de wereld en vooral de voordelen van het buitenland (en de nadelen van België) te hebben gezien, besefte ik dat het lang nog niet zo slecht is: in een lycra outfit met een tripel voor je neus klagen over verbouwingen. Zoals het een Belgische home owner betaamt.
Wakker worden en een frisse duik nemen in het hoofd van een ander. En ja, goed hoor, er zijn nog zekerheden, oefje.